Om onze warmtenetten te voorzien van voldoende duurzame bronnen moeten de komende tijd nieuwe warmteprojecten worden gerealiseerd, die samen bijna 25 petajoule opwekken. Onderzoek van CE Delft laat zien dat die projecten in voorbereiding zijn maar dat er méér SDE-budget nodig is dan voorlopig wordt voorzien. Daarnaast moeten diverse praktische knelpunten worden opgelost. “De warmtetransitie is ontzettend belangrijk voor onze klimaatdoelen. Laten we zorgen dat we alles doen wat nodig is om de ontwikkeling van duurzame warmtebronnen vlot te trekken,” zegt Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, die opdracht gaf voor het onderzoek.
Het onderzoek van CE Delft heeft geïnventariseerd welke projecten in voorbereiding zijn om de verduurzamingsdoelen voor stadswarmte te halen. Het gaat bijvoorbeeld om warmte uit de diepe ondergrond (geothermie) of uit water (aquathermie). Het goede nieuws is dat er voldoende projecten in de pijplijn lijken te zitten om die doelen te halen. Maar het totaal benodigde SDE-budget van 6-7 miljard euro is nog een flink bedrag in vergelijking met wat er de laatste jaren naar duurzame warmte is gegaan.
Het onderzoek laat ook zien dat niet al te lange termijn ook bronnen nodig zijn die alleen in de winter warmte produceren. Regelbare duurzame warmtebronnen en opslag zullen belangrijk worden. Daarnaast zijn er knelpunten op het gebied van netcongestie, nettarieven, seizoensopslag, en warmtenetten met een warmtekrachtkoppeling. Het is ook de vraag of er voldoende projecten door kunnen gaan met het dit jaar ingevoerde ‘hekje’ van 750 miljoen SDE-subsidie specifiek voor lage-temperatuurwarmte. De NVDE blijft graag in gesprek met het ministerie van EZK om deze knelpunten aan te pakken en te borgen dat duurzame warmtebronnen tijdig worden ontwikkeld.
Deze studie richt zich op de verduurzaming van de bronnen voor warmtenetten in 2030. Het doel voor dat jaar is dat circa 1 miljoen huishoudens op een warmtenet zijn aangesloten, ruim tien procent van alle huishoudens. De gebouwde omgeving zal uiteraard ook gebruik moeten maken van andere technieken om te verduurzamen, zoals warmtepompen en groen gas. Ook energiebesparing is en blijft cruciaal. En ook andere sectoren zoals de industrie en de glastuinbouw hebben een substantiële warmtevraag die zal moeten worden verduurzaamd. Deze zaken waren geen onderdeel van de scope van dit onderzoek maar verdienen zeker verdere aandacht.
De SDE++- is een belangrijke regeling voor het stimuleren van duurzame warmte en andere vormen van CO2-reductie. De regeling geeft langjarige zekerheid aan investeerders op een voldoende rendabel project. Het ‘budget’ dat elk jaar wordt toegekend aan nieuwe projecten is gebaseerd op een voor de subsidie ongunstige ontwikkeling van o.a. de energieprijzen. In de praktijk wordt dat budget nooit volledig uitgekeerd, zeker niet bij de energieprijzen van afgelopen jaar.
Lees hier het onderzoeksrapport van CE Delft