Nationaal Programma Verduurzaming Industrie: de industrie en daarmee de rest van Nederland versneld verduurzamen

Er liggen grote kansen voor de industrie om in Nederland schoon te produceren en de negatieve impact op de leefomgeving te verminderen. Om dat te bereiken gaat de overheid meer regie nemen en zorgen voor meer samenhang tussen de verschillende initiatieven. Het kabinet introduceert daarom een Nationaal Programma Verduurzaming Industrie. Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) informeert mede namens Minister Jetten (Klimaat en Energie) en Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) de Tweede Kamer over dit programma.

Werken naar schone industrie en voorkomen dat bedrijven vertrekken

De industrie is belangrijk voor Nederland. Zij zorgt voor zo’n 1 miljoen banen en de producten die zij maakt hebben wij nodig voor ons dagelijks leven. De productie moet wel schoner en minder belastend zijn voor de leefomgeving en grondstoffen moeten uiteindelijk opnieuw gebruikt worden. Het kabinet vindt het belangrijk dat bedrijven die omslag hier in Nederland maken. Dat is goed voor het klimaat, maar ook voor het concurrentievermogen van Nederland.

 

Minister Adriaansens: “Ik zie dat de wil en noodzaak om te verduurzamen er is. Dat zien we terug in de investeringen van bedrijven; er wordt steeds meer geïnvesteerd in duurzame technologie. Naast het belang voor het klimaat, brengt het verduurzamen van de industrie ook andere kansen met zich mee. We hebben alles in huis om daar internationaal koploper in te worden, bijvoorbeeld door het produceren van groene kunststoffen. We, overheid en bedrijven, moeten dan wel hard aan de bak om die kansen te verzilveren. Alle inzet moet beter op elkaar aansluiten en we moeten onzekerheden wegnemen. Als je als bedrijf bijvoorbeeld wil investeren in een grote elektrische oven, dan wil je weten of er netcapaciteit is en er voldoende groene energie beschikbaar is. Andersom willen netbeheerders eerst weten hoeveel nodig is voor ze de infrastructuur aan kunnen leggen. Zo wachten we op elkaar en kunnen we niet vooruit. Dit is precies de reden waarom ik met het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie alle partijen bij elkaar breng. We nemen sneller, betere besluiten en zorgen dat ze op de juiste manier en in de juiste volgorde worden uitgevoerd.”

Industrie gaat ook helpen met de energietransitie

De industrie verbruikt veel energie en speelt daarom een belangrijke rol in de omschakeling naar schone energie, zoals elektriciteit en waterstof. Andere sectoren in Nederland willen daar ook gebruik van maken, bijvoorbeeld voor transport. Dat kan alleen als daar de nodige infrastructuur voor komt. Dankzij de industrie loont dat en wordt die infrastructuur, de elektriciteitskabels en leidingen, aangelegd. Zo profiteert de rest van Nederland hier ook van. Het is belangrijk dat die energie-infrastructuur in hoog tempo wordt aangelegd. Met het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK) blijft de overheid zich hiervoor inzetten, zowel voor de verduurzaming van de industrie als voor mobiliteit, landbouw en de woningbouw.

Minister Jetten: “We werken hard om de energietransitie te versnellen. Hoe eerder de industrie toegang tot schone energie heeft, hoe beter. Want wanneer we dit voor elkaar krijgen, profiteren andere sectoren mee. We werken bijvoorbeeld aan het netwerk voor groene waterstof, opslagcapaciteit en netversterking van elektriciteit, en productie van veel wind- en zonne-energie.”

Het vervangen van olie en gas voor schone elektriciteit en waterstof is echter niet van vandaag op morgen klaar en kan niet overal tegelijk. Zo is het bijvoorbeeld nodig dat groene energie wordt opgeslagen als er meer wordt opgewekt dan op dat moment wordt verbruikt. Ook moet waterstof worden gemaakt en vervoerd naar bedrijven. Nederland kent vijf regio’s waar veel industriële bedrijven bij elkaar staan: Noord-Nederland, het Noordzeekanaalgebied, Rotterdam-Moerdijk, Zeeland-West-Brabant en Chemelot in Limburg. Bij de aanpassingen van netwerken richt de overheid zich eerst op deze gebieden. Daar is snel veel winst te behalen. Ook zullen dan veel nieuwe, groene bedrijven zich daar willen vestigen omdat de omstandigheden voor ondernemers goed zijn. Voor de industrie die buiten deze vijf geografische clusters ligt, zal in het programma een aanpak meer op maat worden uitgewerkt, in samenwerking met de provincies.

Staatssecretaris Heijnen: “Door in te zetten op verduurzaming van de industrie slaan we meerdere vliegen in een klap. Duurzamer produceren leidt tot minder belasting van de leefomgeving en het milieu. Dat komt de gezondheid van de omwonenden ten goede. Daarnaast is het beter om te voorkomen dat het milieu schade oploopt dan schade achteraf te moeten herstellen. De verduurzaming van de industrie draagt ook bij aan het doel om in 2050 in Nederland een circulaire economie te hebben. Een economie waarin producten zolang mogelijk in gebruik blijven en aan het eind van hun levensfase weer als hernieuwde grondstoffen terug in de economie worden gebracht. De industrie speelt hierin een belangrijke rol, bijvoorbeeld door allereerst minder grondstoffen te gebruiken en vervolgens een zo groot mogelijk aandeel gerecyclede grondstoffen te gebruiken.”

Routekaart

Met de introductie van het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie neemt het kabinet een sterkere regie op het verduurzamen van de industrie. Er is een stuurgroep opgericht waarin het kabinet, medeoverheden, bedrijfsleven en netbeheerders vertegenwoordigd zijn. Het doel is versnellen door met overheid en bedrijven vraag en aanbod beter op elkaar aan te laten sluiten en besluiten te nemen binnen de hele keten. Het programma richt zich vooral op het op de juiste manier en in de juiste volgorde daadwerkelijk uitvoeren van plannen. Er wordt gewerkt aan een routekaart die hier invulling aan gaat geven.