Het is gevaarlijk om voorspellingen te doen over de Omgevingswet, maar op 1 januari 2023 zou deze dan toch in moeten gaan. In deze wet worden zogenoemde aandachtsgebieden opgenomen. Daarmee zou echter de bewegingsvrijheid van bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen sterk ingeperkt kunnen worden. Gelukkig worden deze aandachtsgebieden, door tussenkomst van onder andere evofenedex, last minute nog flink verbeterd.
Als de Omgevingswet begin 2023 in werking treedt, dan verschijnt daarmee ook een nieuw instrument op het toneel: het aandachtsgebied. Op aandringen van decentrale overheden en bedrijfsleven krijgt dit instrument net voor de deadline nog een flinke verbeterslag. Op die manier wordt voorkomen dat het maatschappelijk draagvlak van ondernemers die werken met gevaarlijke stoffen onterecht afbrokkelt. Want de extreme consequentie zou geweest zijn dat ze in sommige gemeentes niet langer mogen groeien of überhaupt welkom zijn.
Aandachtsgebieden zijn bedoeld om afwegingen bij ruimtelijke plannen transparant te maken, dus waar wel en niet gebouwd mag worden. Dit heeft met name gevolgen voor bedrijven met gevaarlijke stoffen. De aandachtsgebieden geven aan in welk gebied mensen in gebouwen zonder aanvullende maatregelen onvoldoende beschermd zijn als er een incident met gevaarlijke stoffen zou plaatsvinden. Er zijn drie typen aandachtsgebieden: voor brand, explosies en gifwolken.
Controversieel
Hoewel op papier een goed instrument, waren de aandachtsgebieden toch met enige controverse omgeven. Dat had er met name mee te maken dat er zelfs bij een verwaarloosbare kans op een incident (vergelijkbaar met kans op de inslag van allesverwoestende meteoriet) tóch een aandachtsgebied zou ontstaan. Uit proefberekeningen bleek dat de aandachtsgebieden hierdoor een wel heel groot stuk van Nederland in beslag zouden nemen. In sommige gevallen konden hele gemeentes onder een aandachtsgebied verdwijnen.
Zo op het eerste gezicht viel ook niet te zien wat nu daadwerkelijk de kans op een incident binnen zo’n aandachtsgebied was. In sommige delen kon die kans verwaarloosbaar zijn, in andere delen moest je de kans echt serieus nemen. Voor gemeentes maakte dit het lastig om zinvol beleid op te voeren. En ondernemers zouden het risico lopen aangesproken te worden op incidenten die extreem onwaarschijnlijk waren.
Realistische aandachtsgebieden
Afgelopen jaar heeft de Rijksoverheid, samen met decentrale overheden en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (waaronder evofenedex), nog eens zorgvuldig gekeken naar de omvang en berekeningswijze van de aandachtsgebieden. Dit heeft geresulteerd in een aantal voorstellen waarin de aandacht wordt gericht op het gebied rond een risicobron en niet op een zeer onwaarschijnlijk incidentscenario. Op die manier heeft het lokaal bestuur ook daadwerkelijk handelingsperspectief en hoeft het geen afwegingen te maken voorbij de grenzen van het verwaarloosbaar risico. Dit zijn de belangrijkste verbeteringen.
Rekenmodel verbeterd
Allereerst is het rekenmodel van de aandachtsgebieden verbeterd. Voor PGS-15-loodsen, waar gevaarlijke stoffen liggen opgeslagen, zijn nieuwe wetenschappelijke inzichten over incidenten meegenomen. Ook is er een aantal fouten uitgehaald. Om een voorbeeld te noemen: voor plasbranden, waarbij er een laag vloeistof in brand staat, was ervan uitgegaan dat een plas cirkelvormig is en de vloeistof zich kan verspreiden tot de laag uiterst dun is. In het laboratorium kloppen deze aannames, maar in de praktijk spelen terreinruwheid, hoogteverschillen, gebouwen, afvoerputten, kades en meer mee, waardoor een plas lang zo groot niet kan worden en ook niet cirkelvormig is.
Incidentscenario’s
Ook is nog eens goed gekeken wélke incidentscenario’s voor een aandachtsgebied in beschouwing genomen moeten worden. Voor ruimtelijke plannen is het immers niet zinvol om scenario’s mee te wegen waarop de kans praktisch nul is. Om diezelfde reden is besloten om aandachtsgebieden een maximale omvang te geven: aan de rand van het gebied is de kans dat een persoon overlijdt als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen 1 op 100 miljoen.
Tot slot is ook besloten om op kaarten in de openbare Atlas Leefomgeving aan te geven wat de kans op een incident binnen een aandachtsgebied is. Zo kunnen geïnteresseerden zelf een goede inschatting van de aanwezige risico’s maken.
Stap vooruit
De voorgestelde verbeteringen moeten nog een effectanalyse doorstaan, maar als dat lukt is het instrument aandachtsgebieden in onze ogen flink verbeterd. Het publiek wordt niet onnodig bang gemaakt, gemeentes hebben weer handelingsperspectief en bedrijven hoeven minder te vrezen dat hun bewegingsvrijheid als ondernemer in de knel komt door een verkeerde weergave van risico’s.
Desondanks blijft het afwachten of de aandachtsgebieden daadwerkelijk gaan doen waar ze voor ontworpen zijn: het voeren van een transparante en zinvolle dialoog tussen gemeentes, ondernemers en bevolking over risico’s van gevaarlijke stoffen. evofenedex houdt voorlopig nog een vinger aan de pols.