Bedrijven in de rubber- en kunststofindustrie besparen fors meer energie dan eerder voorzien, blijkt uit het laatste MJA-Sectierapport 2020 van RVO. De sector heeft sinds 2005 ruim 80.000 TeraJoule (TJ) aan energie bespaard. Dat is ruim drie keer meer dan de geplande 24.581 TJ. Aanzienlijk minder energiegebruik vergeleken met 2005, illustreert hoe succesvol de sector met energiebesparing is. Vooral de grote stijging in de ketenefficiency is opmerkelijk.
Sinds 1990 zet de rubber- en kunststofindustrie zich in voor energiebesparing. Door slimme, energiezuinige kunststofproducten toe te passen, zoals gebouwisolatie en dunnere of lichtere onderdelen, zijn producenten tot wel 80% efficiënter in hun eigen energieverbruik. Hierdoor levert de sector een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de CO2 uitstoot.
Besparing in processen én de gehele keten
Innovatie in producten en de bedrijfsvoering leidt tot steeds betere en energiezuinige producten. Belangrijke energiebesparingen in het proces vloeiden de afgelopen jaren voort uit bijvoorbeeld het toepassen van energiezuinige extruders, het gebruik van restwarmte tijdens de wintermaanden en het installeren van LED lampen.
Naast besparingen in het proces roept de NRK haar lidbedrijven ook op om met hun partners in de gehele keten energiebesparing door te voeren. Deze ketenmaatregelen leveren immers besparingen op door de gehele productieketen heen. Voorbeelden van grote energiebesparingen binnen de gehele keten zijn de grote inzet van kunststof recyclaat als grondstof, het beter isoleren van ovens, een langere levensduur van staalkabels door toepassen van bijvoorbeeld kunststof katrollen en het verbeteren van (thermische) isolatiewaarden.
Ook kiezen steeds meer bedrijven binnen de sector voor het inkopen van duurzame energie in plaats van energie uit fossiele brandstoffen. Daarnaast wekken steeds meer bedrijven ook zelf op een duurzame manier energie op, bijvoorbeeld door het plaatsen van zonnepanelen. Uit het rapport van RVO blijkt ook dat het percentage zelf opgewekte duurzame energie binnen de sector steeg met 300 procent ten opzichte van het vorige jaar.
Beperken klimaatverandering
De ambitie van het kabinet is om in het nieuwe SER Klimaatakkoord de doelstelling op te nemen dat we in 2030 55% minder CO2 uitstoten dan in 1990. Dat vereist ook van de rubber- en kunststofindustrie een forse inspanning. Duidelijk is dat de bedrijven de ambitie delen. De reductie van de CO2 emissies vraagt om bedrijven die technisch haalbare investeringen doen actief te faciliteren. Belangrijk is ook dat maatregelen aansluiten bij de praktijk van bedrijven, zodat de inspanningen en kosten evenwichtig worden verdeeld over de bedrijven in de sector en hun toeleveranciers en klanten in de waardeketen.
De rubber- en kunststofbedrijven gaan door met besparen, door elektrificatie van productieprocessen, inkoop en/of opwekken van duurzame energie via warmtepompen/netten, zonnepanelen en windmolen. Snelle groei van de inzet van kunststof recyclaat en biomassa als grondstof voor de producten levert een wezenlijke bijdrage. Tot slot zal de sector de focus op duurzame, CO2 arme producten intensiveren. Bedrijven zetten daarom in op nauwe samenwerking met al hun partners in de waardecirkel.
Bijschrift grafiek: De rubber- en kunststofindustrie bespaarde in de jaren 2005-2020 drie keer meer energie dan gepland.