(in)directe investeringen bedragen zo’n 64 mrd euro
De energietransitie en de industrietransitie in de Nederlandse chemische industrie gaan hand in hand. Een emissie-arme chemische industrie in Nederland in 2050 is technisch mogelijk, met een reductie van broeikasgassen van 90 procent (55 Mton CO2-equivalenten) ten opzichte van 1990. Ook wanneer de toegevoegde waarde van de sector groeit met gemiddeld 1 procent per jaar. Dat vraagt een grootschalige inzet op innovaties en opschaling, opleidingen voor kwalitatief hoogwaardige arbeidskrachten, regionale ontwikkelingsplannen en legt een groot beslag op kapitaal: 27 mrd euro aan directe investeringen in de chemische industrie en nog eens 37 mrd euro aan indirecte investeringen in de energievoorziening, de energie infrastructuur. De jaarlijkse energie- en grondstofkosten nemen – gebaseerd op de huidige prijzen – toe met 3 mrd euro per jaar. Dat blijkt uit een onderzoek dat Berenschot en Ecofys hebben uitgevoerd voor de VNCI.
(in)directe emissies
De onderzoekers hebben in de routekaart niet alleen de directe emissies uit de energie- en bedrijfsprocessen meegenomen, maar ook indirecte emissies wanneer elektriciteit wordt ingekocht, en de emissies die gerelateerd zijn aan de inzet van energiedragers (olie, aardgas, e.d.) als grondstof (feedstock). Het sluiten van de koolstofcyclus door recycling van plastics en inzet van CCU (koolstofafvang en hergebruik), en waar dat niet mogelijk is de inzet van CCS (koolstofafvang, transport en opslag) horen daar nadrukkelijk bij. Die circulariteit is van belang omdat kool(water)stof(fen) een belangrijke bouwstof is en blijft in de chemie. De onderzoekers stellen dat het gebruik van bio-based materialen, productinnovaties en de circulaire economie alle drie even relevant zijn. Daar waar de chemische industrie in Nederland al behoorlijk geïntegreerd en geclusterd is, wordt een nauwe samenwerking binnen de waardeketen en met andere sectoren nog belangrijker.
Hernieuwbare energiedragers
De beschikbaarheid van betaalbare en betrouwbare hernieuwbare energiedragers is de sleutel om in Nederland concurrerend te kunnen blijven opereren. De onderzoekers hebben uitgerekend dat de chemische industrie 280 PJ aan duurzame biomassa nodig heeft en 170 PJ (nu: 54 PJ) aan hernieuwbare elektriciteit, waarvoor 13.500 MW aan opgesteld windvermogen nodig is in 2050. Die behoeftestelling moet een gelijke tred houden met de relevante ontwikkelingen in de vraag naar duurzame energie en grondstoffen. Anders gezegd: de energietransitie en de industrietransitie moeten hand in hand gaan.
Algemeen directeur Hans Grünfeld van VEMW: “de Routekaart 2050 van de chemische industrie is een welkome concretisering van de opties die er zijn om te verduurzamen, in lijn met de schets die opgesteld is in het VEMW-rapport “Decisions on the industrial energy transition” gebaseerd op onderzoek van consultancybureau McKinsey & Company in 2017.”