Met de restwarmte die de Noord-Hollandse industrie loost kunnen in potentie bijna 2 miljoen woningen worden verwarmd.
De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied heeft in opdracht van de provincie Noord-Holland onderzoek gedaan naar de hoeveelheid beschikbare restwarmte in de Noord-Hollandse industrie. Inzicht in de hoeveelheid restwarmte is een eerste stap om te zien of warmte die nu nog wordt geloosd, gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld het verwarmen van woningen.
Het onderzoek geeft een eerste indicatie van hoeveel warmte er in Noord-Holland nu nog via industriële schoorstenen de lucht in gaat en hoeveel warmte er via het koelwater op het oppervlaktewater wordt geloosd. Met deze gegevens kunnen gemeenten en warmtebedrijven hun plannen voor nuttig hergebruik van restwarmte verder vormgeven.
Energietransitie
In het kader van de energietransitie moet de warmtevoorziening in de bebouwde omgeving worden verduurzaamd. Vanaf 2030 moet de helft van de woningen van het gas af zijn en dus op een andere manier verwarmd worden.
Edward Stigter, gedeputeerde Klimaat en Energie van de provincie Noord-Holland: “Restwarmte van de industrie kan daar absoluut aan bijdragen. Tegelijkertijd willen we de industrie zelf verduurzamen. Dit betekent dat er in de toekomst minder restwarmte overblijft. Maar er zal altijd energie nodig blijven bij industriële processen, en dus warmte overblijven die we elders kunnen inzetten. Dat is en blijft een win-win situatie voor inwoners én de industrie.”
Klimaatambities
Bij het opwekken van schone energie zal ook restwarmte ontstaan. Zoals bijvoorbeeld in toekomstige fabrieken voor waterstof en bij de productie van synthetische brandstoffen. Ook datacenters zijn mogelijk bronnen van warmte voor een warmtenet. De industrie in het Noordzeekanaalgebied (NZKG) neemt deze ontwikkelingen mee in hun klimaatambities, beschreven in het Cluster Energie Strategie NZKG.
Een compleet beeld
65 bedrijven in onder meer de energiesector, de chemische- en voedselindustrie, en afvalverwerkende bedrijven zijn meegenomen in het onderzoek. Deze bedrijven zijn verantwoordelijk voor meer dan 95 procent van de potentiële restwarmte. Hiermee zijn dus nagenoeg alle relevante industriële bedrijven in Noord-Holland in beeld. Of de warmte daadwerkelijk gebruikt kan worden voor verwarming van woningen is afhankelijk van onder meer de temperatuur en de afstand tot een warmtenet.
Ophaalrecht
Op dit moment mag de industrie nog een bedrag vragen voor de warmte die een energiebedrijf komt ophalen. Maar hier komt in 2022 verandering in. Dan treedt de Wet Collectieve Warmtevoorziening in werking en moeten producenten restwarmte gratis beschikbaar stellen aan energiebedrijven. Daarmee stimuleert het wetsvoorstel het nuttig gebruik van restwarmte in de gebouwde omgeving.