De NEVI Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie daalde van 59,9 in april naar 57,8 in mei, wat duidt op tragere groei. De productie en de nieuwe orders namen toe in het laagste tempo sinds eind 2020.
De groei van de productie wordt belemmerd door tekorten aan geschoold personeel en de ontregeling van toeleveringsketens, waardoor veel ondernemingen nog steeds niet tegemoet kunnen komen aan de vraag naar hun producten. De oorlog in Oekraïne en de lockdowns in China drukken nog steeds het optimisme voor de komende twaalf maanden.
Zowel inkoop- als afzetprijzen bleven in mei snel toenemen. Ondernemers moeten hogere prijzen betalen voor bijna alles: van metalen en elektronica tot transportdiensten, energie en arbeid. De meesten verhoogden in mei ook hun afzetprijzen, wat leidde tot de op twee na snelste stijging van afzetprijzen sinds het begin van de NEVI-reeks in 2002. Vooral producenten van consumentengoederen verhoogden in mei hun afzetprijzen.
Chinese industrie getroffen door lockdowns
De ontregeling van toeleveringsketens leek in mei iets af te nemen. Levertijden namen weliswaar toe, maar in de meest geringe mate sinds januari 2021. Toch kunnen de lockdowns in China nog tot ernstige vertraging leiden. Normaliter zijn goederen die met schepen worden vervoerd vier tot zes weken onderweg van de fabrikant in China naar de afnemer in Europa. De effecten van de lockdowns, die vooral vanaf april ongeveer een kwart van de Chinese industrie troffen, kunnen daardoor met enige vertraging merkbaar worden in Nederland, vooral omdat containertransport toch al langer duurde. Het is dan ook geen verrassing dat veel ondernemers hoge prijzen betaalden om nog meer voorraad op te bouwen van onderdelen en materialen, waarschijnlijk rekening houdend met nog meer ontregeling van toelevering in de komende maanden.