Nederlandse exporteurs zagen hun omzet in 2022 met 6 procent stijgen. Dat is minder dan een jaar eerder werd verwacht (8 procent). Voor dit jaar zijn zij niet bijzonder optimistisch gestemd: Nederlandse exporteurs verwachten dat de export met slechts 3 procent gaat stijgen. De verwachtingen over de groei van de exportomzet zijn de laagste in de afgelopen tien jaar. Daarnaast krijgt het vertrouwen in het economische klimaat een magere voldoende. Met een 6,1 als rapportcijfer bevindt het sentiment onder exporteurs zich op een vergelijkbaar niveau als vlak na de financiële crisis in 2012. Het vertrouwen staat vooral onder druk door de hoge energieprijzen. Maar liefst 55 procent van de exporteurs beschouwt dit dan ook als grootste bedreiging voor het realiseren van hun doelstellingen. Ook hebben geopolitieke spanningen een negatieve impact op de groeivooruitzichten van exporterende bedrijven. Dit en meer blijkt uit de 25ste editie van Trends in Export, het jaarlijkse onderzoek van Atradius en evofenedex naar trends, knelpunten en verwachtingen van de Nederlandse export, dat vandaag wordt gepubliceerd.
Voor ruim de helft van de Nederlandse exporteurs geldt dat ze over 2023 niet positief zijn gestemd; zo verwacht maar liefst 57 procent dat hun omzet gelijk zal blijven of dalen. “Ondanks de moeilijke omstandigheden zien we dat exporteurs in 2022 nog redelijk goed hebben gepresteerd, maar we moeten ook vaststellen dat dit achterblijft bij de verwachtingen. Zo staat het vertrouwen onder grote druk door de inflatie, kostenstijgingen, de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne. Tegelijkertijd zien we dat na een aantal moeilijke jaren de verstoringen in de toeleveringsketens afnemen; in sommige gevallen is dit zelfs omgeslagen tot te hoge voorraden”, vertelt Bart Jan Koopman, algemeen directeur evofenedex. “Hoewel Europa door ruim driekwart van de bedrijven nog altijd als belangrijkste afzetmarkt wordt beschouwd, zeggen ruim vier op de tien exporteurs te verwachten dat de rol van de Europese Unie als handelsblok op het wereldtoneel zwakker wordt. Bedrijven doen er dan ook goed aan hun afzetmarkten en toeleveringsketens te diversifiëren.”
Meeste Nederlandse exportomzet afkomstig uit Europese Unie
Duitsland (72 procent) wordt net als in voorgaande jaren het vaakst genoemd als exportbestemming, gevolgd door België (55 procent) en Frankrijk (51 procent). Hoewel exporteurs de EU nog steeds als meest kansrijke regio beschouwen, hebben de steeds grotere dominantie van China en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne de Verenigde Staten en Europa in een andere positie gebracht. “Ruim de helft van de exporteurs zijn er volgens het onderzoek dan ook voorstander van dat de EU in het economische beleid meer autonomie nastreeft om te voorkomen dat de EU te afhankelijk wordt van andere landen”, zegt Tom Kaars Sijpesteijn, algemeen directeur van Atradius.
Verenigde Staten bovenaan Top 10 verwachte omzetstijgers
De VS voert in 2023 wederom de ranglijst aan met exportlanden waar het vaakst een omzetstijging wordt verwacht. Bijna zes op de tien (59 procent) bedrijven die naar de VS exporteren verwachten een omzetstijging te realiseren. Oostenrijk en Hongarije voeren de lijst van verwachte omzetdalers aan.
Bijna kwart Nederlandse bedrijven heeft export naar Rusland gestaakt
Ruim een kwart van de exporterende bedrijven geeft aan zich in 2022 uit één of meerdere markten te hebben teruggetrokken, wat een forse stijging is ten opzichte van 2021 (9 procent), 2020 (7 procent) en 2019 (12 procent). Bij negen op de tien bedrijven die zich uit één of meerdere markten hebben teruggetrokken, staat Rusland bovenaan. Dat komt overeen met bijna een kwart van de Nederlandse exporterende bedrijven.
Exporteurs strikter met betalingscondities
71 procent van de exporteurs geeft aan in 2022 de kredietwaardigheid van afnemers gecontroleerd te hebben. Hierbij blijven kredietverzekeraars de belangrijkste informatiebron. Landen waar sprake is van de grootste betalingsproblemen zijn Italië – waar 11 procent van de exporteurs problemen ervaart – Frankrijk (8 procent), België (8 procent), het Verenigd Koninkrijk (7 procent) en Duitsland (5 procent). Kaars Sijpesteijn: “In deze onzekere tijden biedt een goede screening van internationale afnemers houvast, doordat bedrijven een goede inschatting kunnen maken van mogelijke risico’s. Dit geldt zowel voor bekende als nieuwe afzetmarkten. Nederlandse exporteurs doen er goed aan hun risicomanagement te versterken en hun blootstelling aan kwetsbare markten nog eens goed door te lichten.”