Machinebouwers moeten technologische innovaties omarmen

Draad BV is per 1 november 2024 lid van FHI én staat 3 december op het Machinebouw event in ’s-Hertogenbosch. Tijdens dit evenement geeft Jeroen De Bleecker, eigenaar van Draad BV, een presentatie over slimmer werken.

Draad BV is een producent van draad- en kabelbomen voor paneel- en machinebouw toepassingen. De slogan die zij hanteren vat het mooi samen: “wire as a service”. Draad BV gaat mee in de ontwikkelingen binnen de industrie richting standaardisering, specialisatie en modulair werken. Zij leveren op maat gemaakte bedradingspakketten die de klant volledig ontzorgen. Jeroen claimt, dat zelfs ik – ‘een journalist’, zoals hij het mooi zegt – een kast volledig zou kunnen bedraden. Geen vooropleiding of kennis nodig. Gewoon de instructies volgen. “De draad is bedrukt en volledig afgewerkt.” Een kind kan de was doen.

De machinebouwbranche is een wereld die bekend staat om haar afwachtende houding tegenover innovaties en ontwikkelingen. Voor producenten van machines die jaren mee moeten gaan en waar productielijnen van afhankelijk zijn, is dit een zeer verstandige houding. Jeroen heeft jarenlange ervaring in de branche en vertelt mij waarom de machinebouwer de technologische innovaties moet omarmen.

Jeroen stelt dat de machinebouwers nu afscheid moeten nemen van hun afwachtende houding. Het interessante, of misschien verrassende, is dat de noodzaak niet economisch gestuurd is, maar door een tekort aan mensen. Jeroen heeft het al niet meer over technisch opgeleid personeel – die zijn niet meer te vinden – maar over mensen in algemene zin. Het tekort is zo nijpend dat voor iedereen die maar wil werken de rode loper wordt uitgerold. “Je moet je proces aanpassen aan de mensen die er zijn.”

Een verrassend effect is dat de ongeschoolde man of vrouw die met het voorgeconfectioneerde bedradingspakket de bedrading aansluit in de kast, twee keer sneller werkt dan de ‘ouderwetse’ vakman. De voorwaarde is dat het draadpakket wordt geproduceerd vanuit een ‘virtual twin’ of een eerder gemaakt en opgemeten pakket. De traditionele elektricien moet een schema lezen, alle draden zelf op maat knippen, afwerken en aansluiten. Met draadconfectie kan de bedrading nu volgens een vastgelegde instructie worden aangesloten. En niet volgens de ‘smaak’ van een elektricien. De ervaren elektricien is nu vrij om ander werk te doen in de ontwikkel- en onderhoudsfase.

De traditionele machinebouwer wil alles zelf kunnen. “Alles zelf in huis hebben,” zoals Jeroen het verwoordt. En hier is hij heel stellig over: “Dit is onmogelijk. Enerzijds omdat de markt vraagt om hoogwaardige producten en anderzijds door het tekort aan personeel.”

“We stappen af van de lineaire productie. Eén bedrijf dat van a tot z een product ontwikkelt en produceert”, legt Jeroen uit. “Er is duidelijk een verschuiving gaande naar een netwerk van bedrijven die parallel, naast elkaar, de verschillende onderdelen van een product produceren. Gespecialiseerde bedrijven die uitmunten in kwaliteit, flexibiliteit en efficiëntie.” Hij voorspelt dat deze ontwikkeling doorzet. De voordelen zijn zo groot, dat verzet zinloos is. De flexibiliteit die machinebouwers de klant hiermee kunnen bieden is ongekend en daarnaast stelt Jeroen dat deze manier van produceren de innovatieve kracht van machinebouwers een enorme duw geeft. Gedwongen door individuele eisen en vragen van de klant, maar ook door standaardisering en normering, is het zijn overtuiging dat de technische ontwikkelingen elkaar in hoog tempo zullen opvolgen. Het risico voor machinebouwers die de boot missen is dat ze de achterstand nooit meer inhalen.

Jeroen vergelijkt het met de auto-industrie. “Hier werken ze al volledig modulair. De machinebouwbranche heeft geen keuze. Korte assemblage, just-on-time delivery, weinig voorraad; de branche moet en zal een sprong vooruit maken.”