Uit een door TNO ontwikkeld model blijkt dat met name autobanden en landbouwplastic, maar ook kleding een veel grotere bron voor microplastics zijn dan je zou verwachten op grond van de absolute hoeveelheden plastics die ervoor worden gebruikt. Het gebruik van verpakkingsplastic is in kilo’s veruit de grootste bron van plastic en ook een forse bron van microplastics. Microplastic zijn dus niet alleen een probleem in het water, maar ze komen vooral ook op en in het land terecht. De inzichten uit het microplasticsmodel geven handvatten om de vorming en verspreiding van microplastics aan te pakken. Uit berekeningen blijkt een reductie van 70% microplastics haalbaar.
Voorzorgprincipe
Het is op dit moment nog onvoldoende duidelijk wat het effect van microplastics is op de gezondheid van de mens. De WHO heeft dat recent nog eens bevestigd. We weten echter voldoende van de gezondheidseffecten van andere kleine deeltjes zoals (ultra)fijnstof om op basis van het voorzorgsprincipe de vorming van microplastics zoveel mogelijk te beperken.
Levenscyclus van plastics
Om microplastics terug te kunnen dringen is systemisch inzicht in de gehele levenscyclus van plastics noodzakelijk: productie, gebruik en einde levensfase. Dit inzicht ontbrak tot op heden.
Daarom heeft TNO op basis van gevalideerde databases en wetenschappelijke publicaties, een model ontworpen dat berekent welke sectoren de grootste bijdragen leveren aan de vorming van microplastics en waar deze vervolgens terechtkomen.
Het Materiaal Flow Analyse Model van TNO toont aan dat autobanden, verpakkingen en landbouwplastic in Nederland voor de grootste bijdragen zorgen.
Aanpakken van microplastics: tot 70% reductie
TNO heeft de effectiviteit van zeventien strategieën om de vorming van microplastics te voorkomen of te verminderen doorgerekend met het model.
Er is gekeken naar uiteenlopende strategieën die kunnen bijdragen aan de oplossing in de categorieën: beleid, materiaalkeuze, productontwerp, recycling- en scheidingstechnologie, gedrag, afvalmanagement en schoonmaakacties.
Door toepassing van deze strategieën is naar de mening van de TNO-onderzoekers een reductie van 70% microplastics in 2050 mogelijk (37% in 2030), ook in een scenario waarin de consumptie van plastics toeneemt.
Kosteneffectieve maatregelen
Nederland heeft veel baat heeft bij de uitrol van de R-strategieën: Refuse, Rethink, Reduce en de daarbij behorende technologische, marketing en gedragsconcepten.
Ook het verbod op Single-Use-Plastics (SUPs) en de uitbreiding van statiegeld en verwijderingsbijdragen om wegwerpgedrag van consumenten positief te beïnvloeden dragen flink bij. Dat geldt ook voor het gebruik van innovatieve materialen die de vorming van microplastics uit autobanden en verpakkingen reduceren.
Wat zijn microplastics?
Microplastics zijn deeltjes kleiner dan 5 mm en van diverse chemische samenstelling. De meeste microplastics zijn de deeltjes ontstaan door slijtage en veroudering van grote plastic producten.
Deeltjes die bewust worden toegevoegd aan bijvoorbeeld cosmetische producten komen nauwelijks voor in het milieu. Microplastics worden nauwelijks afgebroken en worden in toenemende mate in het milieu, dier en mens gevonden. Naar schatting ligt er zo’n 130 kiloton microplastics uit verpakkingen in het Nederlands milieu.
Omdat er onvoldoende informatie is over de blootstelling aan en het effect van microplastics op de mens om weloverwogen risicobeoordelingen te kunnen uitvoeren past de Nederlandse overheid het voorzorgsprincipe toe. Dit betekent dat gebruik, vorming en verspreiding van microplastics moeten worden geminimaliseerd. De Nederlandse aanpak is daarmee in lijn met de EU-strategie.