Waarom neemt FME nu pas het initiatief voor een AM-netwerk voor de Nederlandse technologische industrie? In andere landen verlopen de verkenning van AM-technologie en de implementatie ervan veel sneller dan in Nederland. Daar zijn sommige bedrijven al bezig met het inpassen van additive manufacturing in hun productieprocessen.
Een interview met Amber Fiechter, Business Development Manager bij FME en Ramon Dooijewaard, directeur FPT-VIMAG
Amber Fiechter draait het om. Ze praat liever over “juist nu” in plaats van “pas nu”. “De toepassing van additive manufacturing bij onze leden heeft nog niet de versnelling die we ambiëren om de concurrentiekracht te vergroten. Daarom is juist nu het moment om collectief de handen ineen te slaan en de ontwikkeling van AM-toepassingen te versnellen.” FPT-VIMAG heeft zich als aangesloten branche aan ditzelfde doel gecommitteerd.
Bewust maken
FME heeft eind vorig jaar het initiatief genomen voor het FME Additive Manufacturing Netwerk. Een groot deel van de achterban van FME, die zich bezighoudt met frezen, draaien, lassen en andere technieken, ziet niet de voordelen van additive manufacturing en het digitaliseren van productieprocessen. Amber noemt dit gebrek aan awareness het grootste struikelblok. “Daarin hebben wij een rol door kennis te verspreiden.
“3D-printen heeft toegevoegde waarde voor de hele productieketen.”
Het start bij design. Onze rol is aan te geven wat het betekent als je AM inzet en welke voordelen dit brengt.” In het netwerk zit de hele waardeketen: van machinebouwers en leveranciers tot en met het onderwijs, de kennisinstellingen en de eindgebruikers. Ook Flam3D is als partner aangeschoven. Door kennis te delen tussen zowel potentiële gebruikers als gebruikers en experts, door de voordelen te demonstreren en door AMexperts te laten samenwerken, moet op korte termijn de toepassing van AM in een versnelling raken.
Dat er versneld moet worden, staat voor Ramon Dooijewaard, directeur FPT-VIMAG, als een paal boven water. “Wanneer je als toeleverancier niet instapt, ga je de boot missen, hoor ik mijn achterban zeggen. Additive manufacturing ligt in het verlengde van digitalisering. Alles gaat straks digitaal.” Niemand kan of mag achterblijven, ook niet de Tier 2 en Tier 3 toeleveranciers. “3D-printen heeft toegevoegde waarde voor de hele productieketen.”
Dat AM bijvoorbeeld in Duitsland méér wordt toegepast, verklaart hij door erop te wijzen dat daar het vliegwiel groter is door de aanwezigheid van een sterke automobielindustrie. Nederland is vooral een toeleveringsland. “Als de OEM’er niet vanuit additive manufacturing denkt, dan wordt het voor de toeleverancier lastig.” Ramon ziet de Vakgroep 3D Printing die FPT-VIMAG anderhalf jaar geleden is gestart, in het verlengde van het FME AM Netwerk. “We hebben elkaar nodig voor de koppeling naar hoe de overheid met beleid AM toepassingen kan ondersteunen.” Vanuit de fabrikanten van AM-apparatuur en -materialen kan de nodige kennis worden ingebracht. “Je moet de fabrikanten hier echt bij betrekken. Wij brengen bovendien de kennis van CECIMO in het netwerk.” Ook op het vlak van normeringen kan het netwerk dan een rol oppakken door de Europese afspraken te vertalen naar de Nederlandse situatie.
Enabling technology
3D-printen is geen doel op zichzelf, maar een middel, zegt Amber. Waar het om gaat, is de meerwaarde die je met de technologie kunt creëren. “We kunnen additive manufacturing inzetten als enabling technology.” Bijvoorbeeld om productieprocessen en -ketens efficiënter in te richten. Om supply chains te verkorten. Om de performance van machines te verbeteren. Of om bij te dragen aan de maatschappelijke transities waar de Nederlandse samenleving voor staat, zo somt ze enkele drijfveren op. In toenemende mate past AM ook in de vergroening van de samenleving; in de overgang naar een circulaire economie met minder afval, minder transport. “Ook daar liggen de kansen”, vult Ramon aan, verwijzend naar de lobby van de Europese koepelorganisatie CECIMO bij de Europese Commissie om voor 3D-printen een groen label te krijgen.
Duurzaamheid wordt een steeds grotere driver voor de toepassing van additive manufacturing. In een breder kader waarin FME acteert en aan een nationale actieagenda wordt gewerkt, is afgesproken om de Nederlandse transitieagenda tegen de AMmeetlat te houden. Bij welke transities kan additive manufacturing van betekenis zijn? men gaat ontwikkelen. In dit assessment wordt op bedrijfsniveau gekeken of additive manufacturing toegevoegde waarde kan bieden voor een technologiebedrijf. De awareness sessies zullen kleinschalig zijn, op locaties waar het AM-proces gedemonstreerd wordt en deelnemers de voordelen van de businesscase zien. Dit zal dan leiden tot het ontwikkelen van use cases en van daaruit de businesscases. Uiteindelijk moet dit leiden tot communities of practice rondom technieken, materialen en design, legt Amber uit. Bedrijven kunnen de haalbaarheid onderzoeken in de Smart Industry fieldlabs. Hier kunnen ze ook technologieën testen, voordat ze zelf investeren.
Scholen van medewerkers
Er is ook een actielijn onderwijs en arbeidsmarkt. Amber realiseert zich dat momenteel elke sector een tekort aan vakmensen heeft. Daarom moet je vol inzetten op het behouden van de mensen die nu al in de technologische industrie werken. “We willen medewerkers in de technologische industrie in beweging krijgen; de juiste mindset meegeven zodat ze toekomstbestendig worden. We moeten zorgen dat we meer werk kunnen doen met hetzelfde aantal mensen.”
Digitalisering met behulp van technologieën als AM helpt hierbij. Maar dan moeten de huidige medewerkers zich wel de nieuwe vaardigheden en kennis die nodig zijn, eigen maken. Bij de Smart Makers Academy in Haarlem zijn hiervoor zogenaamde metrolijnen ontwikkeld. Deze hebben tot doel om de huidige medewerkers kennis te laten maken met digitalisering, zoals Internet of Things, AI, robotics en 3D-printen. “We willen ze hiermee in de veranderstand brengen. Daarna volgt dan de verdiepingsslag.”
Als vervolg op de basistraining 3D-printen wil het FME AM netwerk bijdragen aan de bewustwording en verspreiding van alle mogelijkheden via onder andere ROCs en mbo’s die modules rond additive manufacturing aanbieden. De kennis moet daar geïntegreerd worden in de bestaande opleidingen. Bewust wordt hierbij sterk ingezet op het mbo. Dat is niet alleen de grootste groep onder de huidige medewerkers. Amber: “We denken ook dat daar de grootste behoefte aan is.”
“Het idee om AM beter op de kaart te zetten, leeft breed.”
Nationaal groeifonds
Het enthousiasme op landelijk niveau is een direct gevolg van de community die ontstaan is toen vorig jaar het AMINLine plan is opgesteld, waarmee gelden uit het Nationaal Groeifonds zijn aangevraagd. Amber: “Hierbij is behoorlijk veel energie vrijgekomen. Het idee om AM beter op de kaart te zetten, leeft breed.” Vanuit het AM netwerk slaan de initiatiefnemers collectief de handen ineen om de toepassingen in AM te versnellen. “Daarbij zullen we ook bijdragen aan het ontwikkelen van een nationaal collectief met een gemeenschappelijke visie voor de AM-toeleverketen, industrie en overheid”, aldus Amber. Het vertrekpunt hiervoor is met AM aansluiting zoeken op de grote maatschappelijke transities in Nederland.
“Iedereen is super enthousiast, omdat men inziet dat je beter kunt samenwerken dan ieder in zijn eentje hieraan werken.” Er is namelijk nog veel missionarissenwerk te verrichten, meent Ramon. “Bij additive manufacturing zit de kennis bij de ontwikkelaars van de technologie, bij de fabrikanten. Daarom hebben wij ons aangesloten en draaien we mee in de actielijnen. Gezamenlijk krijgen we deze techniek beter over de bühne.” En dat komt uiteindelijk de concurrentiekracht van Nederland ten goede.
www.fme.nl