De gemiddelde energierekening in juni 2023 ligt wel een stuk lager dan in november en december 2022, toen deze rond de 3 000 euro per jaar uitkwam. Door de invoering van het prijsplafond in januari 2023 en de dalende variabele leveringstarieven vanaf februari is de gemiddelde energierekening in 2023 elke maand gedaald. De prijzen van de vaste en variabele leveringstarieven zijn bepaald op basis van energiecontracten van circa 82 procent van de Nederlandse huishoudens.
Belastingwijzigingen en hogere energieprijzen maken energie duurder
Bij een gelijkblijvend jaarverbruik, stijgt de energierekening tussen juni 2022 en juni 2023 met 670 euro. Deze prijs van energie steeg vooral doordat de vermindering op de energiebelasting kleiner werd. In juni 2022 was die nog 825 euro, in 2023 was dat 597 euro. Tegelijkertijd namen de tarieven van de variabele energiebelasting toe. Op de energierekening was dit +193 euro op jaarbasis, voor gas en elektriciteit samen. Voor de variabele leveringstarieven was een gemiddeld huishouden in juni 2023 op jaarbasis 145 euro meer kwijt dan in juni 2022, ondanks het prijsplafond dat per januari 2023 is ingegaan. Dit komt vooral doordat in juni 2023 minder huishoudens nog een vast contract hadden met lage tarieven voor gas en elektra. De transportkosten namen ook in prijs toe, ruim 100 euro op jaarbasis. Vaste leveringskosten daarentegen bleven nagenoeg gelijk.
Prijsplafondkorting hoger bij hoog verbruik en hoge variabele tarieven
De totale energierekening verschilt sterk per huishouden en woonvorm: woningtype, bouwjaar, isolatiegraad, huishoudensgrootte, leefpatroon, gebruik van apparaten en stookgedrag zorgen voor een grote spreiding in het energieverbruik van huishoudens. Hierdoor verschilt niet alleen de energierekening tussen huishoudens, maar ook het voordeel dat huishoudens hebben van het prijsplafond dat in 2023 is ingevoerd. Het prijsplafond geldt vanaf januari 2023 voor alle contracten waarvan de variabele tarieven voor aardgas en elektriciteit hoger liggen dan de vastgestelde prijzen van het prijsplafond, tot aan een van te voren vastgesteld verbruik. Daarboven betalen huishoudens de contractprijzen die zij met hun energieleverancier hebben afgesproken.
Met het prijspeil van januari 2023, toen de tarieven voor gas en elektra ver boven het vastgestelde plafondtarief lagen, kregen huishoudens met een hoger verbruik meer euro’s korting dan huishoudens met een veel lager gebruik. Gemiddeld was de korting bijvoorbeeld 1 070 euro voor een alleenwonende in een klein nieuw appartement. Meerpersoonshuishouden in een oude, grote vrijstaande villa kregen gemiddeld 2 140 euro korting door het prijsplafond. Deze plafondkortingen zijn alleen berekend voor woningen die voornamelijk gestookt worden met aardgas.
Met het prijspeil van juni 2023, daalde de gemiddelde korting. Een alleenwonende in een nieuw, klein appartement, kreeg gemiddeld nog 120 euro korting op jaarbasis. Een meerpersoonshuishouden in een oude, grote vrijstaande woning had met het prijspeil van juni 2023 gemiddeld 250 euro voordeel van het prijsplafond.