De Nederlandse industrie moet zoveel mogelijk betrokken worden bij de aanschaf van nieuw defensiematerieel, in het bijzonder op (niche) terreinen waar Nederland nu nog veel hoogwaardige kennis en kunde heeft. Dat zeggen NIDV, NMT en FME en VNO-NCW in een gezamenlijke oproep. “In het huidige aanbestedingstraject voor de nieuwe onderzeeboten is bijvoorbeeld geen eis voor het betrekken van de Nederlandse industrie bij de bouw opgenomen. Hierdoor ontstaat het risico dat Nederlandse bedrijven straks buiten spel staan”, aldus de vier ondernemersorganisaties die de politiek om garanties hiervoor vragen in een brief.
Onderhoud onderzeeboten
“Onderzeeboten zijn zeer complex” zegt Bas Ort, NMT-voorzitter, “het is heel moeilijk om ze te kunnen onderhouden en verbeteren als je nooit bij de bouw betrokken bent geweest. De cruciale kennis en kunde van de Nederlandse maritieme bedrijven moet behouden blijven voor bouw en voor onderhoud. Dat alleen kan door de Nederlandse industrie te betrekken bij de order”. Daarnaast vindt het onderhoud naar verwachting pas vanaf 2040 plaats. Nederlandse bedrijven zouden hun kennis en kunde tot die tijd moeten zien vast te houden zonder het direct te kunnen gebruiken. Met name voor het mkb is dit een grote uitdaging.
Strategische autonomie en innovatiekracht
Verder heeft de buitenlandse werf die de aanbesteding uiteindelijk wint door de loskoppeling eigenlijk geen reden meer om de Nederlandse industrie bij de hoogtechnologische systemen in de onderzeeboot te betrekken. “Terwijl een rol bij deze systemen juist essentieel is voor de Nederlandse strategische autonomie en innovatiekracht. Innovatie houdt ons materieel modern en maakt ons een belangrijke partner voor bedrijven uit EU- en NAVO-landen”, zegt de FME-voorzitter, Theo Henrar.
Nederland heeft expertise in huis
De huidige Nederlandse Walrusklasse onderzeeboten kunnen dankzij het recente levensverlengende onderhoud – uitgevoerd door de Nederlandse maritieme maakindustrie – veel langer doorvaren. “Dit toont de expertise die Nederland op dit moment in huis heeft”. Zegt Hans Hillen, NIDV-voorzitter. Verenigd in het Dutch Underwater Knowledge Centre heeft de Nederlandse industrie haar expertise ook aan de kandidaat werven aangeboden’.
Belang gezonde defensiesector
Defensie, bedrijfsleven en kennisinstellingen werken in Nederland veel en succesvol met elkaar samen. Dit levert een grote bijdrage aan de Nederlandse veiligheid en strategische autonomie. Ingrid Thijssen, VNO-NCW-voorzitter: “De innovaties die uit deze samenwerking komen hebben vaak ook spill-off effecten naar de rest van de economie. Daarnaast heeft Nederland juist op maritiem-terrein nog een enorme kennisbasis die we moeten koesteren en waarmee we ons in de EU kunnen onderscheiden bij de opbouw van alle nieuwe defensiecapaciteit die nu plaatsvindt.”