De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in april gemiddeld 29 procent hoger dan in april 2021, meldt het CBS. Dat is de grootste stijging sinds het begin van de statistiek in de huidige vorm in 1981 en vooral te wijten aan toegenomen kosten voor energie en transport.
De toename van de afzetprijzen van de industrie is sinds juli 2021 ongekend groot. In de afgelopen maanden zorgde de oorlog in Oekraïne voor extra druk op de prijzen, bovenop de prijsstijgingen die ontstonden door het snelle herstel van de economie na de coronacrisis.
De in- en uitvoerprijzen van de industrie zijn als inflatie-indicatoren opgenomen in het prijzendashboard.
Stijging olieprijzen nagenoeg gelijk
De stijging van de afzetprijzen in de industrie hangt sterk samen met de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. In april 2022 kostte een vat ruwe North Sea Brent olie bijna 98 euro, ongeveer 80 procent meer dan een jaar eerder. In maart kostte een vat ruwe North Sea Brent ongeveer 101 euro. Dat was ruim 83 procent meer dan een jaar eerder.
Producten van de aardolie-industrie waren in april 108,6 procent duurder dan in april 2021. In maart lagen de prijzen 106,1 procent hoger dan een jaar eerder. Ook in de chemische industrie hangt de afzetprijs over het algemeen samen met de olieprijs. De afzetprijzen van de chemische industrie waren in april 45,0 procent hoger dan een jaar eerder. In maart lagen de prijzen 39,2 procent hoger dan in maart 2021.
In nagenoeg alle bedrijfsklassen van de industrie lagen de prijzen in april hoger dan een jaar eerder.
Afzetprijzen industrie stijgen in april
De afzetprijzen van de industrie zijn in april ten opzichte van maart met 4,1 procent gestegen. De prijzen op de binnenlandse markt namen met 4,0 procent toe, de prijzen op de buitenlandse markt met 4,1 procent. De afzetprijzen lopen al vanaf eind 2020 snel op.