Onlangs heeft Theo Henrar, voorzitter FME, in Esbjerg, Denemarken, deelgenomen aan een top over windenergie op de Noordzee. Tijdens deze top werd door de ministers-presidenten en ministers voor klimaat en energie van Denemarken, Duitsland, België en Nederland, de voorzitter van de Europese Commissie, de Eurocommissaris voor Energie en bestuurders van energiebedrijven en uitgenodigde CEO’s onder andere gesproken over het bereiken en verhogen van de ambities ten aanzien van de winning van windenergie op de Noordzee.
Gastland Denemarken was het eerste land dat in 1991 begon met een windmolen op zee. Inmiddels hebben zij dit uitgebouwd tot hun core business.
Crossborder wind- en waterstofnetwerken
Gegeven de huidige geopolitieke ontwikkelingen en de afhankelijkheid van gas uit Rusland, is dit het ideale momentum om als Europese landen met elkaar samen te werken. Duitsland, Denemarken, België en Nederland slaan daarom als Noordzeelanden de handen ineen om op strategisch en operationeel niveau nauwer met elkaar samen te werken. We hebben afgesproken om crossborder wind- en waterstofnetwerken aan elkaar te verbinden. Dit is een enorme doorbraak en een flinke stap naar verdere vergroening en strategische autonomie van Europa. Op deze manier wordt de Europese energiestrategie en de industriepolitiek nauw met elkaar verbonden.
Vergunningen omtrent windenergie
De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, heeft € 300 miljard beschikbaar gesteld om EU-landen te helpen om zelfstandig energie op te wekken en ervoor te zorgen dat de waterstof- en windenergienetwerken aan elkaar worden verbonden. Ook gaf zij aan dat de doorlooptijd voor vergunningen voor wind op zee drastisch verkort moeten worden. Nu duurt dat maar liefst 6 tot 9 jaar. Dat moet volgen haar naar maximaal 1 jaar in 2027.
Goede balans
Onze premier Mark Rutte benadrukte dat er een goede balans moet zijn op de Noordzee tussen de belangen van de natuur (NGO’s), de visserijsector en wind op zee. We kunnen de Noordzee niet vol met windmolens zetten, zonder overleg met de andere sectoren. Hij onderstreepte ook dat de energietransitie niet zou kunnen plaatvinden zonder de volle inzet van de innovatieve industrie. Rutte vroeg aan de industrie: ‘laat me weten hoe jullie ons kunnen helpen’. “In dat licht vraag ik aan FME-leden, die in deze sectoren actief zijn: hoe kunnen jullie ons kabinet helpen? Tegen welke hindernissen lopen jullie aan? En hoe zouden we deze kunnen wegnemen?”
“Ik ben bijzonder trots op Manon van Beek, van Tennet, die Nederlandse industrie vertegenwoordigde op deze top. Zij benoemde een paar succesvolle crossborder projecten die al gestart zijn op gebied van waterstof en energie. Zij benadrukte dat systemen goed op elkaar aangesloten moeten worden en dat standaardisatie nodig is, anders schieten we elkaar in de voet.”
Nationale windenergie doelen
Op de Summit deed ook onze minister van klimaat Rob Jetten ook deel aan een round table. NL heeft plannen Er zijn nu ambities voor 2030 om van 11 naar bijna 21 Gigawatt windenergie te gaan. Ook gaf hij aan dat hij de nationale doelen voor wind op energie op zee voor 2040 en 2050 tegen het eind van het jaar gaat presenteren.
“Tenslotte heb ik ook mogen deelnemen aan de round table met EU-commissaris Kadri Simon uit Finland.”