In 2020 investeerde de Rijksoverheid € 255 miljoen in energieonderzoek en -innovatie. Voorgaande jaren was dit voor een groot deel gericht op duurzame energiebronnen. Nu staat vooral energiebesparing centraal in de industrie en groeit de aandacht voor opwek en opslag van energie.
Het totale bedrag van publiek gefinancierd energieonderzoek komt lager uit in vergelijking met 2019. Dit komt vooral doordat het thema circulariteit dit jaar voor het eerst buiten beschouwing is gelaten.
Energiebesparing in de industrie
Opvallend is dat ruim 40% van het subsidiegeld bestemd was voor onderzoek en innovaties rond energiebesparing. De financiering ging voor een groot deel naar de industrie. Bedrijven daar staan voor de opgave om hun CO2-uitstoot flink te verminderen. Regelingen zoals de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+), de Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) en TSE Industrie dragen daaraan bij. Ze zijn belangrijk voor Nederland om de klimaatdoelstellingen voor 2030 te behalen.
Opwek en opslag
Subsidies voor innovatie in duurzame energieopwekking nam sterk af, vooral voor windenergie en geothermie. Daarentegen ging er meer geld richting opwek en opslag van energie. Er is namelijk een grote behoefte aan oplossingen voor efficiënte energiedistributie, slimme netten en energieopslag.
Vooral industrieel onderzoek
Industrieel onderzoek is al jaren het type onderzoek dat de meeste steun krijgt. In 2020 ging het om meer dan de helft van de totale investeringen. Doel van dit onderzoek is om nieuwe kennis te verwerven gericht op een praktisch doel. Denk aan een specifiek product of proces of een specifieke dienst. Kennisinstellingen en universiteiten voerden de helft van het publiek gefinancierde onderzoek uit, bedrijven de andere helft. Het aandeel mkb daalde. Ook dat is vooral te wijten aan het ontbreken van het thema circulariteit in de monitor.
Grootste financiers
Met een aandeel van bijna 70% is het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) de grootste financier van publiek gefinancierd energieonderzoek in Nederland. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) investeerden respectievelijk bijna 19% en ruim 6%. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) ontbreekt als financier, omdat de tweejaarlijkse regeling Demonstratie klimaattechnologieën en -innovaties in transport (DKTI-transport) in 2020 niet openging. Daarnaast financiert IenW een belangrijk aandeel van de circulaire projecten dat niet is meegenomen.
Jaarlijkse monitor
De cijfers zijn afkomstig van de ‘Monitor publiek gefinancierd energieonderzoek’. De monitor maakt inzichtelijk hoeveel de overheid jaarlijks investeert in verschillende soorten energieonderzoek. De cijfers zijn belangrijk voor de ontwikkeling van het overheidsbeleid voor de energietransitie. Daarnaast gaan de uitkomsten naar het Internationaal Energieagentschap (IEA). RVO stelt de monitor op in opdracht van het ministerie van EZK.