Nieuw kabinet scherpt klimaatdoelen aan voor vergroening industrie

De coalitie die het nieuwe kabinet gaat vormen gaat de klimaatdoelen aanscherpen om de uitdaging van de klimaatverandering aan te gaan en tegelijkertijd een duurzame en sterke economie op te bouwen met nieuwe banen. Met de 10-20 grootste uitstoters, rekening houdend met de clusteraanpak, wil het kabinet bindende maatwerkafspraken maken op basis van wederkerigheid, met versterking van het vestigingsklimaat en behoud van duurzame werkgelegenheid. Er komt een Klimaatfonds waarvan 22 mrd beschikbaar voor vergroening industrie en infrastructuur, en tegelijkertijd wordt de belastingdruk opgevoerd. VEMW zet de belangrijkste voorstellen op een rijtje.

Klimaat en energie
De coalitie ziet klimaatverandering als dé uitdaging voor onze generatie, en wil via beleid kansen verzilveren om een duurzame en sterke economie op te bouwen met nieuwe banen. Met een klimaatneutrale, fossielvrije en circulaire toekomst, een schone energievoorziening en groene industriepolitiek. Daarbij past een aanscherping van de 2030 klimaatdoelen van 49 naar 60 procent emissiereductie, waarbij 55 procent als hard doel in de Klimaatwet wordt verankerd. Met oog voor weglekeffecten, uitvoerbaarheid, kosteneffectiviteit en het verdienvermogen van Nederland. Het kabinet zet voorts in op een reductie van 70 procent in 2035 en 80 procent in 2040.

Nog in deze kabinetsperiode worden voorbereidingen getroffen voor de bouw van – twee – nieuwe kerncentrales en het toekomstbestendig maken van de energie-netwerken, met een aanpak zoals in de Crisis- en Herstelwet. Er komt een klimaat- en transitiefonds van 35 mrd euro voor de komende 10 jaar, aanvullend op de huidige Subsidieregeling Duurzame Energie SDE++. Dat fonds moet helpen om de benodigde energie-infrastructuur (elektriciteit, warmte, waterstof en CCS) aan te leggen, de groene industriepolitiek te verwezenlijken en de mobiliteit en de gebouwde omgeving te verduurzamen. Er wordt extra geïnvesteerd in onderzoek en innovatie van klimaatneutrale technologieën, waarbij de nadruk ligt op grote samenhangende programma’s.

Tegenover de stimulering (wortel) staat ook een lastenstijging (stok). In het coalitieakkoord is voor de industrie bijna 3,8 mrd euro aan Energiebelasting (gas en elektriciteit) ingeboekt, en daarvan is nog ongewis hoe de verdeling van die lasten gaat plaatsvinden met welke consequenties voor industriesectoren en afnamecategorieën (staffels). De coalitie wil komen tot verplichte vullingspercentages voor de gasvoorraden (bergingen) om zo de afhankelijkheid van andere landen te verkleinen, maar onduidelijk is wat zo’n verplichting gaat kosten en wie die rekening gepresenteerd krijgt.

Industrieclusters
De zes grote industriële clusters in Nederland (w.o. Noord-Nederland, Rotterdam-Moerdijk, Noordzeekanaalgebied, Zeeland-West-Brabant, Chemelot) hebben elk een Cluster Energie Strategie CES) opgesteld. Als de hierin geïdentificeerde plannen worden uitgevoerd, kan volgens PBL, TNO en RVO de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2030 dalen met circa 21 Mton gerealiseerd door de industrie zelf, naast 10 Mton die geheel of gedeeltelijk van buiten de industrie komt.

Met de industrie, te starten met de 10-20 grootste uitstoters in de ETS-sectoren, wil het kabinet stevige, bindende maatwerkafspraken maken op basis van wederkerigheid, met versterking van het vestigingsklimaat en behoud van duurzame werkgelegenheid in ons land. Rekening houdend met de samenhang van bedrijven in de genoemde industrieclusters. De prikkels voor verduurzaming wil het kabinet versterken door het verhogen van de marginale heffing bovenop de prijs in het EU-ETS. Om zekerheid te creëren wordt een oplopende bodemprijs voor de ETS-prijs geïntroduceerd, bij voorkeur in samenspraak met de ons omringende landen. Een eventuele financiële meeropbrengst van de marginale heffing en de oplopende bodemprijs moet terugvloeien in het klimaatfonds voor verduurzaming van bedrijven.

Het kabinet gaat het aanbod van hernieuwbare energiebronnen stimuleren door in te zetten op extra wind op zee, zon-op-dak, aardwarmte, groen gas en aquathermie. Tegelijkertijd wordt de productie en import van waterstof opgeschaald, terwijl het gebruik van houtige biomassa voor energiedoeleinden zo snel mogelijk wordt afgebouwd, rekening houdend met de kosteneffectiviteit. Om de doelstellingen bovenop het klimaatakkoord te realiseren wordt de ruimte voor carbon capture storage (CCS) vergroot. De kerncentrale in Borssele moet langer openblijven en het kabinet bereidt de benodigde stappen voor, voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales.