In mei 2021 is de stemming onder ondernemers in de industrie opnieuw verbeterd. Het producentenvertrouwen ging van 6,5 in april naar 8,8 in mei, aldus het CBS. Dit is het hoogste niveau na mei 2018. Het producentenvertrouwen ligt in mei ruim boven het langjarig gemiddelde en ook hoger dan voor de coronacrisis.
De ondernemers in de industrie waren in mei vooral positiever over hun toekomstige bedrijvigheid dan een maand eerder. Ook waren ze optimistischer over hun orderpositie. Het oordeel over de voorraden gereed product verbeterde ook.
Alle drie de deelindicatoren van het producentenvertrouwen zijn positief. Het aantal ondernemers dat verwacht dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen is groter dan het aantal ondernemers dat een afname van de productie voorziet. Het aantal ondernemers dat de orderpositie groot acht heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille te klein vindt, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat de voorraad eindproduct als te groot beschouwt is kleiner dan het aantal dat de voorraden te klein vindt.
Net als in april was het vertrouwen in alle in de grafiek getoonde branches positief. De ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie waren in mei het meest positief. In de textiel- en kledingindustrie steeg het vertrouwen het sterkst. Het vertrouwen in de transportmiddelen- en hout- en bouwmaterialenindustrie nam daarentegen af.
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in maart 3,0 procent hoger dan in maart 2020. In februari kromp de productie nog met 2,3 procent.
Ook Duitsland positief
Het Duitse producentenvertrouwen (volgens de IFO-index) is in mei opnieuw gestegen. Het oordeel over de huidige bedrijvigheid was positiever, maar het oordeel over de toekomstige bedrijvigheid was minder positief. De gemiddelde dagproductie van de Duitse industrie groeide volgens Destatis in maart met bijna 6 procent in vergelijking met een jaar eerder.